Dag 11 deel 1, Pippi

22 januari 2018 - Vikna, Noorwegen

De afgelopen dagen heb ik zijdelings al enige malen met vertedering gesproken over de lieftallige communicatieofficier hier aan boord. Haar bijzondere intonatie, gecombineerd met een uiterst charmant Noors accent en haar enigszins verontschuldigend klinkende kinderlijke hese stemgeluid maakten dat ik eigenlijk als vanzelf er een beetje een beeld bij begon te krijgen. En natuurlijk weet ik wel dat Pippi Langkous een Zweedse en geen Noorse is, maar ik verzeker u dat dat in mijn hoofd geen conflicten oplevert. Dus elke keer dat het intro-geluidje van de intercom klonk spitste uw stukjesschrijver zijn zeemansoren om te kijken of zijn nieuwe favoriete voorleesstem weer haar opwachting zou maken, hetgeen nogal meewarige blikken van mijn vader veroorzaakte omdat hij mogelijk niet helemaal begreep hoe dit zich allemaal in mijn hoofd vertaalde. Dus bij deze dan een poging. Het hele idee dat een groot commercieel bedrijf als onze bootmaatschappij een fictief personage van een kinderserie uit de jaren 70 van de vorige eeuw vanwege haar bijzondere stemgeluid in plaats van haar buitengewone fysieke krachten in dienst zou nemen als communicatieofficier lijkt ook mij, net als mijn vader, even onlogisch als onpraktisch. Mijn vader bracht terecht als argument in dat wanneer iemand over zulke grote, bijna bovenmenselijke krachten beschikt, een belangrijke rol bij de logistieke afdeling van het schip oneindig veel waarschijnlijker zou zijn, want, zo zei mijn vader, ze zou met gemak het werk van twee heftrucks kunnen doen. Bovendien, zo probeerde hij mij te overtuigen, is het wel een beetje vreemd voor een Zweedse om als Noorse omroepster werk te zoeken.
Nu bracht ik mijn troefkaart op tafel: uiterst gedetailleerd beschreef ik mijn vader hoe ik het voor me zag. Onze bootmaatschappij is al erg oud en hoe onwaarschijnlijk is het nu helemaal dat wij nu een kapitein aan boord hebben die als kind in de jaren 70 van de vorige eeuw misschien een oogje op Pippi Langkous had laten vallen toen hij naar de serie keek? En toen hij eenmaal kapitein was heeft hij haar gewoon gevraagd om aan boord te komen! Mijn vader rolde met zijn ogen en besloot dat het Noorse krantje dat naast hem lag zinvoller zou zijn.
Maar goed, een goede schrijver doet onderzoek en zo ook ik. Ik trok mijn Zuidwester en lieslaarzen aan en beende met stoere zeemanspassen helemaal van de Explorer Lounge op dek 7, waar de bar toch nog gesloten was, naar beneden, naar dek 4 waar de receptie is en ze me ongetwijfeld konden vertellen hoe ik met de communicatieofficier in contact kon komen. Daar eenmaal aangekomen zag ik iemand achter de receptiedesk zitten die ik, hoe zal ik het netjes zeggen, een beetje niet verwacht had. Alle Noorse vrouwelijke personen die ik tot nu toe was tegen gekomen, waren zonder uitzondering blond, lang en hemeltergend knap. Degene die hier achter de receptie zat was echter niets van dat alles, ze leek me eerder van mediterrane komaf, was niet blond, enigszins volslank en in het geheel niet lang of knap. U kunt zich dan ook alleen mijn verbazing proberen voor te stellen toen ze me met haar korte gezette vinger voor haar smalle mond gebaarde even met mijn vraag te wachten.
Ik zag haar een microfoon vanaf haar bureautje pakken, het geluid van de intercom klonk en daar zag ik en daar hoorde ik mijn Pippi praten: "Good afternoon ladiez and gentlemen, I really hope I'm not dizturbing joe, but ze captun saiz ve are arriwing on time in Wikna" .

Foto’s